Luisterdoc - Podcasts die je oren strelen
email
  • Home
  • Wensvaders
  • Rooksignalen
  • Luisterarchief
  • Track Record
  • Peter Siers
  • Oranjehotel
  • Coronacast
  • Podcastprofessor
  • Luisterfoto
  • Hello Radio Podcast
  • Kostgangers
  • MakersRadio
  • Ongehoord 40-45

Ongehoord 1940 - 1945: amusement tijdens de bezetting

Ongehoord 1940 - 1945 neemt je mee langs de theaterzalen en de radioprogramma's uit de Tweede Wereldoorlog, waar orkesten, zangers en zangeressen het Nederlandse volk moed willen inpraten. Deze serie van vier luisterboeken is vooralsnog uitsluitend te horen ​via betaalde platforms als Storytel en de bibliotheken.

Abonneer je gratis op Luisterdoc
Ongedwongen vermaak én strijd om de sympathie van de Nederlander
​
In tijden van tegenspoed zoek je een verzetje. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er nog geen Netflix, geen televisie, geen internet. Wel waren een grammofoonplaten, zoals ze toen nog heetten en er was de radio - voor vele lagen van de bevolking het goedkoopste medium. Dit luisterboek in vier delen neemt je mee langs de theaterzalen en de radioprogramma's uit die tijd, waar orkesten, zangers en zangeressen het Nederlandse volk moed wilde inpraten.

​De eerste twee delen bestaan uit puur vermaak - voor zover dat door de bezetter werd toegestaan. In de delen drie en vier hoor je gekleurde teksten - van Radio Oranje, die de Nederlander zijn Nederlandse identiteit wilde laten behouden. Daar tegenover staat het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter, dat op gezag van de bezetter die Nederlander juist voor de Duitse zaak probeert te winnen. 

Samenstelling
Elk liedje of scene wordt kort ingeleid. Alle nummers die je hoort zijn verzameld door het Nederlands Theater Instituut (Harry Coster, Maarten Eilander, Henk van Gelder en Piet Tullenaar), dat ook een set van vier cd's heeft uitgegeven. 

Teksten
De beschrijvingen van de liedjes zijn van Henk van Gelder, soms bewerkt door Peter de Ruiter.
FotoEddy Christiani
"... dan ging er een gejuich op in de zaal!"

"Ze kenden de orkesten van de radio, en als dan de herkenningsmelodie klonk en langzaam het gordijn open gleed, dan zat daar dat beroemde orkest, dan ging er een gejuich op uit de zaal en vergaten ze de broodbonnen, de houten fietsbanden, de klei-zeep, de onverwarmde jongenskamers, de verboden padvinderij, de verboden AJC, de zesmaal gelapte schoenen, de Duitsers en de hele rottroep - daar zagen ze hun radiohelden in witte bandjasjes, met schuiftrombones en schettertrompetten, met filmsnorren en een razende drummer, muziekstandaards met glitterletters en microfoons en een geweldige, ravenzwarte meid in een showjurk met decolleté die in een zachtrode spotlight Diep in mijn hart zong. Show!"
​
De grote attractie die de amusementsmuziek in de oorlogsjaren uitoefende op een massaal publiek, is niet beter te beschrijven dan in deze meeslepende bewoordingen uit de memoires van Eddy Christiani, opgetekend door Herman Pieter de Boer. Amusement betekende een paar uur vergetelheid en saamhorigheid in het donker van een theaterzaal. Het betekende soms ook een hart onder de riem, een stimulans om de zorgen van alledag weer met goede moed aan te pakken. Geen wonder dat er in die tijd zo veel 'kop op'-liedjes werden gezongen.


Foto
De liedjes van deel 1: Koppen op!
​
​1) De Ramblers onder leiding van Theo Uden Masman: Dag schatteboutje

De Ramblers zijn voor de oorlog het populairste dansorkest van Nederland. Het bekende Dag schattenboutje is al in maart 1940 op de plaat verschenen, maar je hoorde nu een radio-opname van de VARA van vier maanden later. Toen hadden de traditionele omroepverenigingen nog de hoop dat alles op dat gebied bij het oude zou blijven.

Dat lukt niet, want in maart 1941 worden alle omroepverenigingen opgeheven ten gunste van de Nederlandse Omroep, die onder Duits gezag komt te staan. Een jaar later moet de naam The Ramblers in de ban, want Engels, en dat is vijand. Ze veranderen hun naam noodgedwongen in Theo Uden Masman en zijn Dansorkest, genoemd dus naar de bandleider.

2) AVRO Dansorkest onder leiding van Klaas van Beeck: Geef dan maar een seintje

Zolang de Verenigde Staten niet in oorlog verkeren, zijn Amerikaanse films in bezet Nederland niet verboden. Zodoende kan een liedje uit een Disney-film nog voor de radio worden gespeeld.

3) Kees Pruis: Koffiedik

Kees Pruis staat in de jaren dertig en veertig als humorist en liedjeszanger op gelijke hoogte met Lou Bandy en Willy Derby. Hij wordt begeleid door Orkest Esmeralda, een van de vele kleinere ensembles die een omroep als de VARA in die tijd in huis heeft.

4) Orkest Esmeralda onder leiding van Eddy Walis: Prakkizeer nu toch niet

Vanaf het najaar van 1940 worden de luisteraars in veel Nederlandse liedjes moed ingesproken. Bert van Dongen, die eigenlijk Bram Cohen heet, moet al snel na deze opname het veld ruimen. Hij overleeft de oorlog en is ook daarna een populaire zanger.

5) AVRO Dansorkest onder leiding van Klaas van Beeck: El rancho grande

Klaas van Beeck is begonnen als arrangeur voor De Ramblers, speelt daarna trompet bij de AVRO Decibels en stapt in 1936 over naar het AVRO Dansorkest van Hans Mossel, waarvan hij vanaf 1938 de leider is. Na de oorlog werkt hij als orkestleider in vaste dienst bij de KRO.

6) Orkest Esmeralda onder leiding van Eddy Walis: Kleine herdersjongen

Elly Rexon is een zangeres van enige faam, die direct na de oorlog met de zanger en impresario Charles Aerts trouwde. Ze werkt ook als bassiste, onder meer bij het Rosian-Orkest onder leiding van Eddy Walis.
​
7) Lou Bandy: Koppen op

Lou Bandy zingt in de eerste oorlogsjaren lustig door, tot hij in 1942 korte tijd in een gijzelaarskamp belandt wegens het maken van gewaagde grapjes. Tijdens een optreden imiteerde het manke loopje van Seyss-Inquart, die dan als Rijkscommissaris de hoogste Duitse leider in Nederland is. Een NSB-er in de zaal verraad hem. Hij is vrijgelaten op voorwaarde dat hij niet meer zou optreden. De rest van de bezetting zat Lou Bandy dus met huisarrest thuis.

8) Johnny & Jones: Maak het donker in het donker

Het volgende liedje komt uit het laatste radio-optreden van het joodse duo Johnny & Jones dat bewaard is gebleven. Het is uit de lucht geplukt en vastgelegd door een luisteraar.

Kannewasser en Van Wesel, zoals ze werkelijk heten, zijn gevangen gezet in Westerbork, waar ze naast hun zware werk in de vliegtuigsloperij ook nog af en toe optraden. Zij overlijden begin 1945 in concentratiekamp Bergen-Belsen.
Het liedje gaat over de verplichte verduistering 's avonds, zodat de geallieerde vliegtuigen niet wisten waar ze hun bommen konden laten vallen.

9) Orkest Musiquette onder leiding van Guus Jansen: Wenn die Suzi schlafen geht

Een van de vele instrumentale werkjes van Duitse makelij die destijds in Nederland populair zijn, gespeeld door onder anderen Guus Jansen op piano en Johnny Meyer op accordeon.

10) Lou Bandy: Wat maakt ge van uw leven?

Enkele weken voor deze opname is Max Tak, die de muziek voor dit nummer schreef, ontslagen als dirigent van het bioscooporkest van het Amsterdamse theater Tuschinski, dat inmiddels de onjoodse naam Tivoli heeft gekregen. De joodse Tak weet in de loop van 1941 te ontkomen naar Amerika, waar hij de rest van zijn leven blijft wonen.

11) Klaas van Beeck en zijn dansorkest: Ik fluit in de hoop dat jij zult komen

Het label van deze plaat vermeldt 'een gelijknamige Cinetone-film' - waarschijnlijk een kort muzikaal filmpje voor de voorprogramma’s van de bioscopen, waarover nadere details ontbreken.

12) De Kilima Hawaiians: Hei Hei, meisjelief

Bill Buysman van de Kilima Hawaiians komt uit Katendrecht, maar zijn ensemble roept exotische visioenen op die tijdens de bezetting door velen worden gekoesterd. Er zijn er meer in die soort, maar de Kilima Hawaiians zijn veruit het populairste, tijdens de Tweede Wereldoorlog, en nog jaren daarna. Dit is de debuutopname van het trio, bestaande uit Bill en Mary Buysman en Jo de Gast, met als vierde man Eddy Christiani op bas. Je hoorde Eddy's citaat over amusement in de oorlog aan het begin van dit luisterboek.

13 Orkest Frans Wouters: Ek wil jou hè, ek sal jou krij

Een teken des tijds: er wordt zelfs naar oude Zuid-Afrikaanse liedjes gegrepen. Met andere nummers, zoals Ouwe taaie (yippie-yippie-jééh), zoekt Eddy Christiani trouwens vaak de grens van het toelaatbare op met die Engelse uitroepen in.

14 John de Mol en zijn solisten: Ik hou me maar bij jenever

De gerenommeerde muzikant John de Mol is de vader van de latere radiozanger en de grootvader van de huidige televisieproducent en de -presentatrice, en de overgrootvader van de jonge acteur.

15 Jopie Koopman: Menschen die wachten

Jopie Koopman mag zich in de jaren dertig een van de twee grootste filmsterren van Nederland noemen. De andere is Lily Bouwmeester. De tekst van dit lied is geschreven door haar zwager, de zeer gewilde componist Jacques van Tol, die in en rond de oorlog zowel voor de goede kant als de foute kanten werkt, dikwijls onder schuilnaam. Hij schrijft bijvoorbeeld veel voor Louis Davids, die voor de zekerheid zijn eigen naam aan de composities verbindt.

16 Samoa-Girls: In the mood 

Vijf buurmeisjes uit Den Haag vormen de zoet zingende Samoa-Girls: Pia Beck en de zusterparen Hertha en Nylka Gorsira en Bea en Lonnie van der Linden. De enige die tot ver na de oorlog in het vak blijft, is pianiste Pia Beck. In die tijd speelt ze nog op de ukelele.

17 John de Mol en zijn solisten: Ponytax

De ponytax uit de titel is in 1941 hoogst actueel: hoe minder brandstof er voor automobilisten te koop is, hoe vaker men in het straatbeeld een door een pony voortgetrokken taxi ziet. Het lied is geschreven door de dan nog jonge componist en solist Charlie Nederpelt, die na de oorlog bij De Ramblers komt en in de jaren zestig de leiding krijgt over het VARA Dansorkest.

18 De Kilauea’s onder leiding van Theo Ehrlicher: Naar de bioscoop  

Ook vier andere Haagse meisjes verwerven enige bekendheid  met hun exotische zang. Emi Tokaya, Paula Lammers en de zusjes Elle en Netty van Gorkum treden op onder de naam de Matapua's. Ze zijn ook te horen in het nummer Naar de bioscoop van de Kilauea's, waarin voor de extra swing wel vier gitaren worden ingezet.

19 Maria Zamora en Tobi Rix: Te quiero dijiste

Maria Zamora, die eigenlijk Marietje Jansen heet, en Tobi Rix, voluit Tobias Lacunes, specialiseren zich in cowboymuziek. Als dat niet meer mag, werpen ze zich op het Spaanse repertoire, dat Maria Zamora de rest van haar leven trouw blijft. Dit duet weerspiegelt hun liefdesrelatie, die echter al kort na deze opname wordt beëindigd.

20 De Ramblers onder leiding van Theo Uden Masman: Door de nacht klinkt een lied

Als de VARA begin 1941 - net als alle andere omroepen - uit de ether verdwijnt, worden De Ramblers overgenomen door de Nederlandsche Omroep. De naam wordt Theo Uden Masman en zijn Dansorkest, maar op de platenlabels blijft de naam De Ramblers wél staan.

21 Intro uitzending Zonnige en zorgelooze zomerklanken

Zonnige en zorgelooze zomerklanken is een radioprogramma van de Nederlandsche Omroep met Wim lbo als 'de zingende omroeper'. lbo, die in 1937 zijn radiodebuut maakt bij de VARA, stelt tientallen amusementsprogramma's samen voor de genazificeerde omroep, waarin hij zelf meestal optreedt als presentator en zanger. De toonzetting is doorgaans zonnig en zorgeloos. Wie in die tijd naar lbo luistert, zou bijna denken dat er in de buitenwereld niets aan de hand is.

22 Wim lbo: Afscheid van m'n fiets

Na de oorlog verklaart wim lbo dat hij met dit gezongen afscheid van zijn fiets - wegens het tekort aan luchtbanden - over de schreef is gegaan. Nadat de omroepsuperieuren hebben gehoord hoe hij in de slotregels uitkijkt naar een andere, betere toekomst, delen ze hem mee dat dit lied niet voor herhaling vatbaar is.

23 Herman Broekhuizen: We gaan verduisteren

De verduistering is een veelbezongen thema. Herman Broekhuizen wordt na de oorlog bekend als gangmaker van AVRO's jongerenafdeling Minjon, en als pianist van het mede door Lily Petersen gepresenteerde programma Kleutertje luister.

24 Wim lbo en Rie Helmig: Achter het zwarte papier

Wim lbo heeft zijn eerste optreden als artiest te danken aan de gevoileerde zangeres Rie Helmig, die dan ook vaak in zijn radioprogramma's mag optreden. Dat gebeurt ook in 1943, als lbo begint met het radiocabaret De Jonge Nederlanders, waarin hij ook Conny Stuart, Martie Verdenius, Wim Sonneveld en Frans van Schaik voor de microfoon haalt.

'Wij zijn jong (de meesten van leeftijd, maar allen van hart) en wij hebben nog idealen op het gebied van de Nederlandse cabaretkunst,' schrijft Wim Ibo  in De Luistergids, het wekelijkse programmablad van de Nederlandsche Omroep. ‘Die idealen dreigen vaak verloren te gaan door de onartistieke concessies die we op het toneel zo dikwijls moeten doen om "succes" te hebben en dus geld te kunnen verdienen. De Nederlandsche Omroep heeft ons echter in staat gesteld een reeks programma's uit te voeren die óók de uitvoerenden meer voldoening zullen schenken... goede en frisse cabaretkunst.'

Resteert de afscheidstune van het radioprogramma De Jonge Nederlanders

25 Wim lbo: Dat is het laatste / tune Wij presenteerden u... een cabaret-revue

Dat de 24-jarige Wim lbo een zeer gewaardeerd medewerker van de Nederlandsche Omroep is, blijkt onder meer uit de lovende woorden die Willem W. Waterman op 2 juli 1943 aan hem wijdt in Cinema & Theater: ‘Wim lbo heeft het gezegende fanatisme. Hij is bezeten over het cabaret... Hij wordt wakker met cabaret en droomt over cabaret. Hij houdt niet op te vechten voor ZIJN cabaret, een beter soort.'

Productie: Peter de Ruiter voor Luisterdoc. Met dank aan Bart de Vries voor vertolking van Eddy Christiani. (Tekst Herman Pieter de Boer) Beschrijvingen: Henk van Gelder.

Foto
De liedjes van deel 3: Het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zendt vanuit Londen Radio Oranje uit, de omroep van de Nederlandse regering in ballingschap. Deze zender wil de Nederlander die gebukt gaat onder de bezetting, moed inpraten. Dat gaat allemaal heel voorzichtig, voornamelijk omdat men in Londen niet zo goed weet wat er in het vaderland speelt.

In 1941 en 1942 wordt op Radio Oranje ter verstrooiing ook een cabaretprogramma gemaakt onder de naam De Watergeus. Vanzelfsprekend worden in dat programma de Duitsers en de NSB's over de hekel gehaald.
In Nederland zelf zendt op dat moment onder toezicht van de bezetter de Nederlandse Omroep uit. Die wil tegenwicht bieden tegen de kritiek van Radio Oranje en de spot van De Watergeus en komt met het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter. Paulus de Ruiter is een pseudoniem van Jacques van Tol, een rond de oorlog vermaarde liedjesschrijver en een van de drijvende krachten achter dit cabaret.

Radio Oranje en Paulus de Ruiter spelen pingpong in het beschimpen van elkaars liedjes en conferences. Als de één een spotlied uitzendt over NSB'ers die in de Duitse heilstaat geloven, maakt de ander daar weer een persiflage op. Je kunt het horen in dit derde deel van het luisterboek Ongehoord.

Het vierde deel gaat geheel over Radio Oranje en De Watergeus. Wil je meer horen over deze broeinesten van radiopropaganda tijdens de Tweede Wereldoorlog, luister dan naar de podcast over verzetszanger Peter Siers bij Luisterdoc.

0 The two Leslies: We`re gonna hang out our washing on the Siegfried Line

1 Tune: Waarom hangt de was niet aan de Siegfriedlijn?

Het grootste succesnummer van het Zondagmiddagcabaret is een parodie op een Engels soldatenlied uit 1939. In dat jaar ligt het Engelse leger in Vlaanderen, dat uitdagend laat weten zijn wasgoed te zullen ophangen aan de Siegfriedlijn. Dat is de gepantserde Duitse verdedigingslinie tegen Frankrijk. Maar in juni 1940 moeten de Engelse troepen worden geëvacueerd. De wasjes moeten voortaan weer in Engeland worden gedaan. Nazisympathisanten vragen zich honend af waarom die was nog steeds niet aan de Siegfriedlijn hangt.
2 Jan Brink met Draai je hoofd om op straat

Een opmerkelijk openhartig liedje over NSB'ers, die door familieleden, vrienden en kennissen met de nek worden aangekeken. De partijgenoten kunnen troost putten uit het feit dat ook de eerste liberalen en de eerste socialisten met hoon werden overladen.

3 ABCD-Kwartet: Op de hoek van de straat staat een Nederlander

Als er één liedje is de de oorlog heeft overleefd, is het ... Op de hoek van de straat staat een NSB'er (van Jetty Paerl).

Met de titel Ständchen (oftewel Serenade) is de melodie oorspronkelijk gecomponeerd door de Groningse violist en bandleider Jonny Heykens. Er is ook een versie met (Duitse) tekst…

Deze Jonny Heykens was een fervent NSB'er, antisemiet en bewonderaar van Adolf Hitler. Misschien is dat juist een reden om zijn melodie, die voor de oorlog al populair is, te kapen voor een verzetslied. Het cabaret van Paulus de Ruiter dient Radio Oranje van repliek met… Op de hoek van de straat staat een Nederlander

4 Jan Brink: De onderwereld-Nederlander

De tekst van De onderwereld-Nederlander is zogenaamd door een anonieme luisteraar naar het Zondagmiddagcabaret gestuurd. Deze landgenoot stelt alleen zijn eigen belangen voorop. Hij werkt overheidsmaatregelen tegen, hij gelooft voetstoots wat het haatzaaiende Londen beweert en hij handelt daarmee vanzelfsprekend tegen de Nederlandse volksaard.

5 Jan Brink: De uitgekookte

Opnieuw een protest tegen de houding die veel Nederlanders tijdens de oorlog innemen: heulen met Londen en tegelijk de hielen likken van de Duitsers. Het Zondagmiddagcabaret huichelt dat het nog respectabeler is als iemand echt voor de geallieerden kiest dan zo karakterloos de kat uit de boom te kijken.

6 Bartoes: Hallo, hallo, u spreekt met Sluik de Slachter

De levensmiddelen zijn op de bon, dus ook het vlees. Maar sommige slagers weten nog wel eens een clandestien geslacht stukje vlees op de kop te tikken. Zij worden bezongen als zijnde onbetrouwbare sujetten.

7 Ceesje Speenhoff: Het huis met de horren

Ceesje Speenhoff, de diva van het Zondagmiddagcabaret, bezingt met hoorbare afkeer de ‘deftige lui’ die zich in hun oude huis met horren misprijzend afwenden van de nieuwe tijd en liever in stof gehuld blijven dromen van het vooroorlogse bestaan.

8 Tummers: Dat heeft de N.S.B. gedaan

De NSB krijgt overal de schuld van, ook van zaken waar geen mens iets aan kan doen. Door dat verschijnsel te bespotten, kan Tummers suggereren dat de NSB helemaal nergens schuldig aan is.

9 Ensemble: Rommellied (Libisch volkslied)

Luitenant-generaal Erwin Rommel is een held, omdat zijn Panzer Gruppe Afrika aanvankelijk een succesvolle opmars lijkt te maken door de Afrikaanse woestijn. Maar als de kansen keren en de geallieerden hem steeds meer in het defensief brengen, wordt dit triomfantelijke lied uiteraard niet meer gezongen.

10 Ceesje Speenhoff: M'n blozende schoolkameraad

Een eresaluut aan een schooljongen die rondloopt met een collectebus
De Winterhulp is een door het Duitse gezag opgezette vorm van liefdadigheid voor behoeftigen, naar verluidt gericht op de winter. De collectes zijn niet erg populair bij de Nederlanders, regelmatig wordt er opgeroepen niets te geven aan de NSB'ers. Affiches van de Winterhulp werden beklad met de tekst: Gene knoop van mijn gulp voor de Winterhulp. de loterijen waren daarentegen wel populair, omdat de goklust het nogal eens won van de principes.
 
11 Bartoes: Let op, Lili Marleen

Dit is de antisemitische versie van het alom meegezongen lied Lili Marleen. Volgens de aankondiging is het idee voor de tekst afkomstig van 'een van de honderdduizenden luisteraars’ van het Zondagmiddagcabaret. Bovenaan de pagina van het draaiboek waarop deze tekst staat, prijkt echter de aanduiding: auteur: Jacques van Tol.

OZO is geheimtaal voor: Oranje zal overwinnen, zoals gebezigd door mensen die niet van Duitsers en NSB’ers moeten hebben.

12 Jan Brink: Kerels gevraagd

Een ijzervreterlied in ‘de geest van deez’ tijd', dat geen nadere toelichting behoeft. Wybe de Vries, die als tekstschrijver wordt vermeld, is een pseudoniem van Herman Kramer, verslaggever bij de Nieuws- en Berichtendienst van de Nederlandsche Omroep.

13 Jan Brink: Brief van een Amerikaanse vliegenier

De directe aanleiding voor dit nummer is een Amerikaans bombardement op Rome. Amerikaanse soldaten hebben er volgens dit nummer geen moeite mee het oude Europa in puin te leggen. 'Ik strooi maar wat in 't rond met bommen,' laat Jan Brink deze vliegenier aan zijn moeder schrijven. Dat de jongeman niet begrijpt waarom hij eigenlijk oorlog moet voeren, past eveneens in de Duitse omdraaiing van de  feiten.

14 Sketch: Leer om leer

Heel wat Nederlanders, ook degenen die niet aan nationaal-socialistische kant staan, zullen deze situatie hebben herkend. Lang wachten in de winkels en vaak spullen zien waarvan de winkelier beweert dat ze al aan een ander zijn verkocht. Of zijn ze misschien aan een verzetsorganisatie beloofd? Maar dat mochten de klanten natuurlijk niet weten.

15 Tummers: Invasiegedachten

Naarmate een geallieerde invasie waarschijnlijker wordt, maakt Paulus de Ruiter zijn luisteraars bang: zo'n invasie zou wel eens een bloedbad kunnen worden.

16 Keuvel en Klessebes: Anti's

Keuvel en Klessebes worden voorgesteld als 'anti's'. Dat is de nazibenaming voor hen die de nieuwe tijd nog niet hebben geaccepteerd. Zij vallen door hun eigen redeneringen telkens door de mand. Dat verklaart hun grote succes als vast duo in het Zondagmiddagcabaret. In deze scène lopen ze vast omdat de beloofde invasie steeds maar uitblijft.

17 Integrale uitzending van 25 juli 1943

Hier begint een complete uitzending van het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter, waarin te horen is hoe de propagandistische teksten worden afgewisseld door amusement van onschuldiger strekking. De datum van uitzending is 25 juli 1943

18 Bartoes: Dat is het verschil

De 'anti's' hebben hun hoop gevestigd op de Amerikaanse president Roosevelt, maar weten volgens tekstschrijver Tummers niet wat ze willen, in tegenstelling tot de NSB'ers die dat juist heel goed weten. Dat die anti's in het openbaar op hun woorden moeten letten, wordt in dit nummer voor het gemak over het hoofd gezien.

19 Orkest onder leiding van Otto Hendriks: Ich schenk dir immer rote Rosen

Het Zondagmiddagcabaret is opgezet als een revueprogramma, waarin dus ook ruimte wordt gemaakt voor instrumentale intermezzo's.

20 Ceesje Speenhoff: Heb dank, o majesteit

Opnieuw een cynische omkering van de feiten: de Britten zijn schuldig aan het vermoorden van onschuldige burgers. Het nummer raakt een gevoelige snaar, omdat het vertrek van koningin Wilhelmina naar Londen, ook door sommige niet-NSB'ers, als een laffe daad wordt beschouwd.

21 Otto Hendriks en orkest - Ilonka

22 Jan Brink: Brief van een Rotterdammer aan een Rotterdammer

Terwijl er Britse bommen op Rotterdam-West vallen, richt Jan Brink zich als Rotterdammer tegen de man die voor Radio Oranje in het 'veilige' Londen een wekelijks praatje houdt onder het pseudoniem 'de Rotterdammer’. Achter die naam verschuilt zich programmaleider H.J. van Broek. Opvallend is het feit dat de luisteraars van het Zondagmiddagcabaret worden geacht die praatjes te kennen, terwijl het luisteren naar Radio Oranje verboden is. Het Duitse bombardement op Rotterdam wordt uiteraard niet genoemd, hoewel dat veel rampzaliger was.

23 Otto Hendriks en orkest: Was eine Frau im Frühling träumt

24 Keuvel en Klessebes: Amerikaanse cultuur

Keuvel en Klessebes ageren tegen de zogenaamde vrijheden in Amerika, wat een gotspe mag worden genoemd. Niet ten onrechte constateert Wim lbo later dat grote delen van deze anti-Amerikaanse, antikapitalistische tekst in de jaren zestig waarschijnlijk als links-progressief zouden zijn beschouwd.

25 Otto Hendriks en orkest: Nur für dich allein

26 Tummers: Nederland

Een vaderlandslievend nummer, dat in de geschiedenis van het Nederlandse lied wellicht een veel groter succes was geworden als het niet in deze nazistische context had gestaan.

27 Afkondiging en tune: Waarom hangt de was niet aan de Siegfriedlijn?

​Productie: Peter de Ruiter voor Luisterdoc. Met dank aan Bart de Vries voor vertolking van Eddy Christiani. (Tekst Herman Pieter de Boer) Beschrijvingen: Henk van Gelder.


Foto
De liedjes van deel 2: Koppen op! (bis)

​
​1 Orkest Dick Willebrandts: Denk je nog aan dien tijd?

Het orkest van pianist Dick Willebrandts staat bekend als een van de beste uit de bezettingsjaren. De collaborerende jazzliefhebber Willem W. Waterman schrijft in Cinema & Theater verlekkerd over 'die prachtige, sonore klank van koper en saxofoons'. Die klank was mede te danken aan arrangeur Pi Scheffer, die in de Hilversumse radiostudio’s illegaal naar de BBC kan luisteren. Met zijn oor aan de luidspreker schrijft hij 's nachts mee met de stukken die hij hoort. De volgende dag liggen de uitgeschreven partijen op de lessenaars. Nellie Verschuur is de vaste zangeres van het orkest.

2 Cora May: Een zonnestraal is als een melodietje

Cora May, die eigenlijk Cora Zoetmulder heette, is een veelgevraagd radiozangeres en cabaretière. Gerard van Krevelen leidt in dit nummer het orkest. Hij doet dit met een groot aantal ensembles. Cora en Gerard zijn vaste medewerkers van de Nederlandsche Omroep.

3 Willy Derby: Oome Jan

Kort na de meidagen van 1940 wordt de gesoigneerde zanger Willy Derby enige tijd gevangen gezet in de Scheveningse strafgevangenis vanwege het Crebbeberglied. Daar bezingt hij de graven in van de Nederlandse soldaten die zijn omgekomen tijdens de Duitse invasie. Dat lied wordt snel verboden, maar Derby gaat tenslotte vrijuit en kan al snel weer zijn prominente plaats op de podia innemen. Het nummer Ome Jan is de b-kant van de populaire plaatopname Tuintje met havanna, dat op genoeglijke toon de spot drijft met de mannen die noodgedwongen tabak in eigen tuin kweken. Willy Derby sterft op 9 april 1944 na een hartaanval.

4 Puka-Paka's: Serenade (Ik zing dit lied voor jou alleen)

De Puka-Paka's is een Amsterdams hawaï-ensemble. Serenade (Ik zing dit lied voor jou alleen) is hun grote succesnummer, gemaakt door de Groninger zanger en liedjesschrijver Joop Beerta. Op klarinet speelt Peter Schilperoort, die later faam verwerft als leider van The Dutch Swing College Band. De zanger is Wout Steenhuis, die vooral bekend is als gitarist.

5) Jan de Vries: Droomenland

Jan de Vries is de vaste zanger van het orkest van Dick Willebrandts, maar is hier te horen met organist Cor Steyn. Ten tijde van deze opname verruilt deze organist zijn plaats achter het orgel van het City-theater in Amsterdam met het leiderschap van het orkest van de Snip & Snaprevue. In die laatste functie zet Steyn ook het onvergetelijke oorlogsliedje Als op het Leidscheplein... van Jacques van Tol op muziek.

6) Orkest Piet van Dijk: Ik ben verliefd op een keukenmeid

'Deze zes knapen tezamen spelen een heel aardig muziekje,' schrijft Willem W. Waterman in 1943 in het blad Cinema & Theater over het orkest van saxofonist Piet van Dijk. De zanger en accordeonist van het ensemble is Arie Valkhoff, die ook veel teksten schrijft - meestal op muziek van zijn broer Jaap Valkhoff, die in die tijd bij het orkest van Boyd Bachman speelt.

7) Tino Hetty en zijn Hawaiians: Als op Capri

Tino Hetty en zijn Hawaiians is het zoveelste hawaiian-ensemble uit die dagen, dat met Als op Capri één van de meest geliefde liedjes uit de bezettingsjaren speelt. Componist Han Dunk is ook de man die op verzoek van Eddy Christiani de Nederlandse tekst schrijft voor diens Sunny Madeira.

8) Orkest Piet van Dijk: De blokkendoos

De blokkendoos is een nummer van Ferry Barendse, de trompettist van De Ramblers. Het wordt gespeeld door het orkest van Piet van Dijk.

9) Cora May: Du darfst mir nie mehr rote Rosen schenken

Cora May zingt vooral voor de radio. Ze gaat er prat op de Nederlandse evenknie te zijn van Zarah Leander, die als de diva van nazi-Duitsland het gemis aan de naar Amerika uitgeweken Mariene Dietrich moet goedmaken. Dit nummer is dan ook afkomstig uit het repertoire van Zarah Leander.

10) Orkest Piet van Dijk: Roodkapje

Vier muzikanten uit het orkest van Piet van Dijk zingen een Amerikaanse melodie die - volgens een beproefde noodgreep uit die dagen - gemaskeerd wordt door een Nederlandse titel.

11) De komende nummers zijn bijzondere opnames van optredens in het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen in Den Haag. Dit statige, negentiende-eeuwse theater met zijn voorbeeldige akoestiek is in 1964 door brand verwoest.

De registraties laten horen dat het toenmalige swingverbod op grote schaal wordt overtreden, ondanks de vele vrijkaartjes die worden uitgedeeld aan de WA. De WA, zogeheten Weerbaarheidsafdeling is de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de NSB.

De opnames zijn gemaakt op 23 juli en 1 augustus 1944 door de bekende Haagse opnametechnicus Gé Bakker van GTB-studio, die ook veel andere opnames van deze luisterboeken voor z'n rekening neemt.

Orkest Dick Willebrandts wordt geïntroduceerd door Pi Scheffer.

12) Opus 34 van Pi Scheffer

13) Jan de Vries met Waarom loopt jij mij zo straal voorbij?

14) Vous avez un beau chapeau madame (Idaho)

En dan, de Ramblers onder leiding van Theo Uden Masman. We beginnen met hun tune, met een tekst naar een Zuidafrikaans gedichtje

15) Tune

16) Marcel Thielemans zingt: Onder wuivende palmen

17) Ferry Barendse met Polly, ons gaat Pêrel toe

18) Ferry Barendse en orkestleden zingen Ja

19) Tenslotte: Wim Poppink zingt zijn compositie Onze harmonie heeft de eerste prijs

En dan nu: Orkest Boy Bachman

20) Tune

21) We vervolgen met ... Oriënt express

22)  Liefde in rhythme

23) Ernö zingt: Diep in mijn hart

24) Annie de Reuver en Boyd Bachman zingen Waarom doe je dat?

25) Tot slot zingt Boyd Bachman Blaue Rosen

Tot zover de opnamen in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag. Je hebt nog twee orkesten te goed in dit deel van Ongehoord.

26) Op 23 oktober 1944 moeten alle Hilversumse mannen tot vijftig jaar zich melden op het Sportpark om te worden afgevoerd voor werk in Duitsland. Aangezien er tegen die tijd bij de Nederlandsche Omroep nog maar weinig emplooi is voor amusementsmuziek, worden ook de meeste radiomuzikanten opgeroepen. Een aantal van hen wordt inderdaad naar Duitsland afgevoerd, maar De Ramblers weten vrij te komen uit kamp Amersfoort.

Sommige musici die de dans ontspringen treden toe tot een gelegenheidsensemble onder leiding van Frans Wouters, dat begin 1945 werkt voor de Deutsche Europa Sender. Die zender is er voor bedoeld om geallieerde soldaten op te roepen tot het staken van de strijd tegen Duitsland. Doorgaans moeten voor deze Duitse zender - hoe pikant - nummers van Amerikaanse makelij worden gespeeld. Dit is een van de weinige Nederlandstalige opnamen.

Het Arnhem's Dansorkest onder leiding van Frans Wouters: Voor jou wil ik alles geven.

27) Ab de Molenaar is de oprichter en naamgever van het swingende ensemble De Millers, dat tijdens de bezetting vaak van samenstelling verandert: van het Miller Quartet via het Miller Quintet naar het Miller Sextet. Als ze in 1943 nog met zijn vieren zijn, schrijft Willem W. Waterman in Cinema & Theater op prijzende toon: 'Dit kwartet neemt in Holland een volkomen eigen en niet-aangevochten plaats in.’ Na de bevrijding kan het sextet onmiddellijk aan het werk voor Amerikaanse legereenheden in België en Duitsland.

Het Miller Sextet onder leiding van Ab de Molenaar: Ben jij vergeten

Productie: Peter de Ruiter voor Luisterdoc. Met dank aan Bart de Vries voor vertolking van Eddy Christiani (Tekst Herman Pieter de Boer). Beschrijvingen: Henk van Gelder.


Foto


De liedjes van deel 4: Cabaret De Watergeus van Radio Oranje

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zendt vanuit Londen Radio Oranje uit, de omroep van de Nederlandse regering in ballingschap. Deze zender wil de Nederlander die gebukt gaat onder de bezetting, moed inpraten. Dat gaat allemaal heel voorzichtig, voornamelijk omdat men in Londen niet zo goed weet wat er in het vaderland speelt.

In 1941 en 1942 wordt op Radio Oranje ter verstrooiing ook een cabaretprogramma gemaakt onder de naam De Watergeus. Vanzelfsprekend worden in dat programma de Duitsers en de NSB's over de hekel gehaald.
In Nederland zelf zendt op dat moment onder toezicht van de bezetter de Nederlandse Omroep uit. Die wil tegenwicht bieden tegen de kritiek van Radio Oranje en de spot van De Watergeus en komt met het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter. Paulus de Ruiter is een pseudoniem van Jacques van Tol, een rond de oorlog vermaarde liedjesschrijver en een van de drijvende krachten achter dit cabaret.

Radio Oranje en Paulus de Ruiter spelen pingpong in het beschimpen van elkaars liedjes en conferences. Als de één een spotlied uitzendt over NSB'ers die in de Duitse heilstaat geloven, maakt de ander daar weer een persiflage op. Je kunt het horen in dit vierde deel van het luisterboek Ongehoord.
Dit vierde deel gaat geheel over Radio Oranje en De Watergeus. Wil je meer horen over deze broeinesten van radiopropaganda tijdens de Tweede Wereldoorlog, luister dan naar de podcast over verzetszanger Peter Siers bij Luisterdoc. 

1 Tune en aankondiging: De Watergeus vaart

Het begin van de allereerste uitzending van Cabaret De Watergeus is een historisch moment. De naam is ontleend aan de Watergeuzen, die tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) de Spaanse bezetters van de Lage Landen bevechten en wegens hun uiterlijke armoede aan het Spaanse hof spottend met het Franse woord 'gueux' worden aangeduid: bedelaars. Prompt adopteren de verzetsstrijders dat woord als erenaam.

2 Louis Davids: De kleine man
2a Jaap Sikkema: De kleine man

De kleine man is ooit het lijflied van de in 1939 aan astma gestorven Louis Davids. Het krijgt tijdens de bezetting twee geheel nieuwe verschijningsvormen. Het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter verbastert hem tot 'die uitgekookte, gaargestookte, vette jodenman', die vóór de oorlog zo'n genoeglijk leven had geleid. Van deze versie is geen opname bewaard gebleven.

Bij Cabaret De Watergeus verandert De kleine man in Anton Mussert, de leider van de NSB, die inderdaad klein van gestalte is. Mussert kan het goed kan vinden met Adolf Hitler en diens mank lopende plaatsvervanger in Nederland, Rijkscommissaris Arthur Seyss- Inquart, die in de volksmond 'zes en een kwart' wordt genoemd.

3 Jetje van Oranje (Jetty Paerl): Lied van De Watergeus

Luister naar het opbeurende herkenningslied van Cabaret De Watergeus, inclusief de heimelijke strijdkreet 'OZO', die in bezet Nederland betekende: Oranje Zal Overwinnen.

4 Jaap Sikkema en ensemble: Oh, dat was een schrik voor de Duce

Het gebied rondom de Middellandse Zee is 'mare nostrum’ (onze zee), aldus de Italiaanse dictator Benito Mussolini (bijgenaamd de Duce). Omdat Afrika en Griekenland ook aan de Middellandse Zee grenzen, meent hij het recht te hebben op een invasie van die gebieden.

Eind 1940 beginnen zijn kansen echter te keren. Zijn legers worden door de Grieken het land uitgejaagd, terwijl ze in Afrika worden belaagd door de Engelsen onder leiding van bevelhebber Archibald Wavell. Er is dan genoeg reden om een lange neus tegen Mussolini te maken.

5 Jaap Sikkema: Het gaat heel goed, meneer de leider

In dit lied ontvangt Anton Mussert de laatste rapportages van de vele organisaties die in bezet Nederland naar Duits model zijn opgericht. Volgens alle berichten verloopt de introductie van het nazigedachtegoed uitermate voorspoedig, al wordt dat gelogenstraft door de kanttekeningen die de leiders van die organisaties erbij maken.

6-7 Zomertelegrammen door Louis Davids en Telegrammen van Bob Snoek

Blijkbaar weet iemand in Londen een grammofoonplaat op de kop te tikken waarop Louis Davids zijn puntige Zomertelegrammen zingt. Anders had Radio Oranje dit fragment niet kunnen uitzenden. Misschien was de reden dat Louis Davids het nummer in 1933 had opgenomen in de Londense Abbey Road studio’s – je weet wel, die van de Beatles.

Het is, voor zover bekend, de enige keer dat een nieuwe versie voorafgegaan wordt door het origineel. Mr. M.M. Rost van Tonningen vervulde als tweede man van de NSB - en rivaal van Mussert - een groot aantal leidende functies in bezet Nederland.

8 Jan Karssen: Liedje op één april

De datum 1 april is bij uitstek geschikt om de bezetters voor de gek te houden. Wat in het bezette Nederland niet mogelijk is, kan Radio Oranje zich wel veroorloven.

9 Een mop over kippen

10 Jaap Sikkema: Liedje op Hess

In mei 1941 jaagt Rudolf Hess, de plaatsvervanger van Adolf Hitler, zijn Duitse partijgenoten het schaamrood op de kaken door op eigen houtje naar Engeland te vliegen. Volgens de meest gangbare verklaring wil hij een vredesverdrag met Engeland sluiten. Hess wordt echter door beide kampen voor gek verklaard. Zijn ware motieven zijn nooit aan het licht gekomen.

11 Jan Karssen en ensemble: Je bent veel beter af met een Brit

Je bent veel beter af met een Brit is een van de populairste liedjes van Cabaret De Watergeus: niet alleen Hitler, diens propagandaleider Goebbels en diens gevluchte plaatsvervanger Hess, maar ook de Hollandse meisjes wordt voorgehouden dat een Brit veruit te verkiezen is boven een Duitser.
12 Ensemble: Satire op de Hagespraak van de NSB in Lunteren

Gretig plundert de NSB de vaderlandse geschiedenis om het glorieuze verleden te annexeren voor de nieuwe ideologie. De hagenpreken dateren uit de zestiende eeuw, als protestanten in de openlucht hun gebedsdiensten houden omdat ze nog geen eigen kerken hebben. De NSB gebruikt die associatie voor propagandistische samenkomsten op de Goudsberg in Lunteren, die door Radio Oranje op de hak worden genomen in een satirische quasi-radioreportage.

13 Jaap Sikkema: Het liedje van Zwarte Hein

Ook in Het liedje van Zwarte Hein worden de hagenpreken van de NSB bespot, nu via een ooggetuigenverslag van iemand die zich niet laat begeesteren door de 'NSB-permetatie', wat familiekring betekent.

14 Jetje (Jetty Paerl): Geschiedenis van twee oude menschjes en een portretalbum

Het jong gestorven kind uit het liedje van Louis Davids wordt een zoon, die buiten bezet gebied 'op Neerlands roemrijke vloot’ vaart en niet naar huis kan terugkeren zolang de oorlog voortduurt.

15 Jetje van Oranje (Jetty Paerl): Gloria Victoria

Het V-teken is bedacht door de Belgische ingenieur Victor de Laveleye, die via de BBC zijn landgenoten oproept een V te schilderen op gebouwen en muren. In januari 1941 neemt de BBC de V for Victory-actie over voor het gehele bezette Europa. Alle nieuwsuitzendingen beginnen dan met de eerste vier noten van de Vijfde Symfonie van Beethoven. Die noten komen overeen met het morseteken voor V.

In juli 1941 probeert Goebbels het V-teken te annexeren door het een andere betekenis te geven: 'V = Victorie, want Duitsland wint op alle fronten.' Maar mede omdat de Britse leider Winston Churchill de twee tot een V gestrekte vingers tot zijn handelsmerk maakt, mislukt deze poging om het symbool over te nemen.

16 Het lied van den vergeten man

In de zomer van 1941 is van de heerschappij van Mussolini niet veel meer over. Nu hij het, onder meer in de zeeslag bij Matapan, heeft moeten afleggen tegen de geallieerde legers, is zijn status verschrompeld tot die van een zetbaas van Hitler met wie hij eens de trotse As Berlijn-Rome heeft gevormd.

17 Jo Paerl: Mussert en zijn tante (opgedragen aan Max Blokzijl)

In de jaren tien en twintig van de twintigste eeuw is Max Blokzijl de pianobegeleider van cabaretier Jean-Louis Pisuisse, die ook diverse Pisuisse-liedjes op muziek zet. Eén daarvan is het gracieus-ondeugende De Fransche gouvernante.

In Mussert en zijn tante wordt Blokzijl nota bene op zijn eigen muziek bezongen als 'moffenknecht' met tal van hoge posities: hoofdredacteur van het dagblad De Standaard (voorheen de zetel van anti-revolutionaire voormannen als Abraham Kuyper en Hendrik Colijn), directeur van het gelijkgeschakelde perswezen en wekelijks radiospreker. Het feit dat Mussert met zijn tante is getrouwd, vormt de aanleiding voor vele geniepige grappen.

18 Liedje van verlangen (Hulde aan de Hollandse zeeman)

In het Liedje van verlangen wordt de Nederlandse zeeman buiten bezet gebied bezongen, ditmaal niet door zijn ouders (zie 14), maar door zijn geliefde.

19 Jaap Sikkema: Ik heb duppies

De zilveren dubbeltjes met de beeltenis van koningin Wilhelmina moeten worden ingeleverd om te worden vervangen door muntjes van zink. Snel laat de Nederlandse regering in Londen weten dat de oude dubbeltjes ooit hun oude waarde weer zullen terugkrijgen.

20 Mannenkoortje: Naar Oostland moesten we rijden

Anton Mussert en zijn tweede man, Kees van Geelkerken, zitten veilig in hun NSB-hoofdkantoor in Utrecht, terwijl allerlei leden van hun beweging zich hebben laten overhalen om de Duitsers bij te staan in de strijd om Oost-Europa, in het nazi-jargon ‘Oostland' geheten.
In juli 1942 componeert een Nederlandse nationaal-socialist het Oostlandlied, waarvan de eerste regel luidt: 'Naar Oostland willen rijden'. In deze periode is het 'willen' echter al veranderd in 'moeten'.

21 Huldedicht op de verjaardag van Anton Mussert

Anton Mussert is op 11 mei jarig: hij zal deze sarcastische felicitatie van Radio Oranje waarschijnlijk niet hebben gewaardeerd.

22 Jetje van Oranje (Jetty Paerl): Kindervragen

Uit het liedje Kindervragen van Jetty Paerl blijkt hoe goed haar vader Jo Paerl, die het nummer schreef, op de hoogte is van het alledaagse leven in zijn bezette vaderland.

23 Jaap Sikkema en ensemble: Duizend in één Nacht (Geen sprookje)

Rijksmaarschalk Hermann Göring, opperbevelhebber van de Duitse luchtmacht, beleeft moeilijke tijden, zo stelt Cabaret De Watergeus tevreden vast. Elke nacht wordt Duitsland gebombardeerd door de geallieerde vliegers (de Tommy's).

Niet toevallig is hier gebruikgemaakt van de muziek van het Horst Wessellied, het volkslied van nazi-Duitsland.

24-25 Jetje (Jetty Paerl): 't Is Koninginnedag - Slot uitzending 31 augustus 1941

Heimelijk wordt in Nederland op 31 augustus de verjaardag van koningin Wilhelmina gevierd: wie dat in het openbaar zou doen, nam een levensgroot risico. 
​
Wie je hebt gemist, is verzetszanger Peter Siers, die tijdens de oorlog vanuit Nederland met zijn liedjes de Duitsers en NSB’s bespotte. Over hem is een afzonderlijke luisterproductie verschenen, zowel als podcast als als luisterboek. Zijn liedjes staan op Spotify. Kijk hier voor meer informatie.

Productie: Peter de Ruiter voor Luisterdoc. Met dank aan Bart de Vries voor vertolking van Eddy Christiani (Tekst Herman Pieter de Boer). Beschrijvingen: Henk van Gelder.