Luisterdoc - Podcasts die je oren strelen
email
  • Home
  • Radio Herrijzend Nederland
  • Luisterarchief
  • Oranjehotel
  • Stille getuigen
  • Het Gemis
  • Peter Siers
  • Rooksignalen
  • Sprekende stemmen
    • Inhoud 1936 en 1937
    • Inhoud 1938 en 1939
    • Inhoud 1940 en 1941
    • Inhoud 1942 en 1943
    • Inhoud 1944 en 1945
    • Inhoud 1946 en 1947
    • "Snijen maar"
    • Colofon
  • Wensvaders
  • Track Record
  • Coronacast
  • Podcastprofessor
  • Luisterfoto
  • Hello Radio Podcast

​Sprekende stemmen 1936-1947

In de jaren 1930 en 1940 heeft de radio het rijk nog alleen. Televisie is er nog niet; louter geluid moet het beeld scheppen. Onder de titel Sprekende stemmen 1936-1947 heeft Beeld & Geluid in Hilversum een 12-delige serie samengesteld die de aanloop naar, het verloop van en het herstel na de Tweede Wereldoorlog op klinkende wijze weergeeft.
.

.
Stemmen in was, lak of gelatine: de ‘eigen opname’ van de omroep
“Snijen maar”


In 1936, het jaar waarin deze serie begint, maakte ik kennis met het fenomeen 'eigen opname' van de omroep. Ik was toen ik veertien jaar oud en kocht samen met mijn vriend Paul Acket (North Sea Jazzfestival) bij een uitdragerszaakje in Hilversum voor een grijpstuiver enkele lakglasplaten. Vermoedelijk waren deze in vuilniszakken bij de AVRO-studio gedepo­neerd, waarna een koopman, die er kennelijk brood in zag, zich erover had ont­fermd. Hij maakte er in ieder geval twee radiofanatici gelukkig mee. Het was voor ons een opwindend avontuur dat wat tragisch afliep: nadat we de platen enige ma­len gedraaid hadden, vertoonden deze een zodanige vergrijzing dat de stemmen ten gevolge van de steeds toegenomen ruis roemloos ten onder gingen: eigen opna­men!

Pionierstijd
Al kort na de pionierstijd was bij de omroepleiding de behoefte aanwezig om uit­zendingen voor later gebruik vast te leggen. Immers velen die werden uitgenodigd voor een microfoonoptreden, waren verhinderd of zagen er tegenop een lange reis naar Hilversum te ondernemen.

Picture
Producer Ger Lugtenburg van de serie Stemmen de Tijds, de voorloper van Sprekende stemmen, in 1972 met Mies Bouwman, die de Televizierring van hem in ontvangst neemt.

​Het fabriceren van grammofoonplaten in eigen beheer, vol­gens een goedkoper procedé dan bij de platenindustrie werd toegepast, moest uitkomst brengen. Vandaar dan ook dat aan het eind van de jaren twintig, begin dertig, aarze­lend pogingen in die richting werden ondernomen.

Ruisgehalte
Die eerste eigen opnamen waren niet meer dan eendagsvliegen, bedoeld om eenmalig te worden uitgezonden. Maar naarmate de techniek vorderde, bleek het mogelijk opna­men te maken die verscheidene malen konden worden afge­speeld. Een aantal van die platen is gelukkig bewaard geble­ven zodat men in Hilversum kon beginnen aan de opbouw van een Historisch Archief. Paul de Waart heeft hieraan zo’n tien jaar met hart en ziel gewerkt, met als criterium historische belangrijkheid – de relatief slechte kwaliteit (soms) op de koop toe nemend. Helaas heeft hij ook veel materiaal moeten afleggen omdat het ruisgehalte te hoog was dan wel dat de lak was gaan bladderen en schilferen. Paul de Waart stierf in het harnas.

Moeizaam proces
Vrijwel alle opnamen in de aflevering over 1936 zijn afkomstig uit de archieven van AVRO en KRO; opnamen van de andere omroepverenigingen raakten in het ongerede - al­thans wat het jaar 1936 betreft. Slechts VARA’s bejaarde Ome Keesje overleefde het. De VARA was overigens de eerste omroepvereniging die eigen (was-)opnamen van een fantastische kwaliteit (absoluut ruisloos) in haar eigen atelier vervaardig­de. Maar deze opnamen waren slechts voor één keer (althans goed) afspeelbaar. Vandaar dat de VARA later overging op gelatineglasplaten, een moeizaam proces dat men eerst na veel vallen en opstaan onder de knie kreeg - wilde men tenmin­ste de uitzonderlijke hoge kwaliteit van de wasplaat evenaren.

Oliegedempte graveur
Er kwam zelfs een ‘verrottingskast’ aan te pas, waarbij tegelijkertijd warmte en vocht werden aangevoerd zodat een smeuïge gelatinelaag werd verkregen, die daarna weer gedroogd en gehard werd, tot uiteindelijk een spiegelglad oppervlak werd gecreëerd, dat een lust was om te zien en waarin de technicus gelukzalig zijn oliegedempte graveur liet zakken om de groeven te trekken nadat hij vanuit de studio het commando ‘Snijen maar!’ had vernomen.

Zo werd Ome Keesje door de VARA op die gelatineplaten opgenomen (opnamedatum onbekend) en Guus Weitzel bij de AVRO op lakplaten. Om Weitzel als omroe­per volledig recht te laten wedervaren, koos ik een opname van een iets latere jaar­gang: een aankondiging die verweven was met een scène van Snip en Snap in de Bonte Dinsdagavondtrein, waarvan een klein gedeelte in de 1936-montage werd opgenomen, hoewel op het geboortekaartje van de dames nadrukkelijk 16 maart 1937 staat vermeld.

Ger Lugtenburg
producer (1987)
PictureStanley Maxted in augustus 1943
Operatie Market Garden: de slag om Arnhem (1944)​
De onverschrokken oorlogsverslaggever Stanley Maxted  

   
Onder de naam Market Garden probeerden de geallieerde legers in september 1944 met een groot offensief het gebied rond Arnhem en Nijmegen te ontzetten en het Duitse leger te verjagen. Dat mislukte en de troepen moesten zich terugtrekken. Op 25 september werd besloten posities aan de noordelijke oever van de Neder-Rijn prijs te geven. Die nacht trokken de overgebleven mannen van de Eerste Luchtlandingsdivisie onder dekking van een ontzaglijk bombardement terug. Een gedurfde maar dappere, onverschrokken strijdmacht.    
Onder hen bevond zich ook verslaggever Stanley Maxted. Hij verhaalt hierover in een uitzen­ding van 27 september 1944 vanuit Nijmegen. 

(...) Op die laatste dag zag ik de doden en de levenden - degenen die goed gevochten hadden en die het vertrouwen van u thuis niet beschaamd hadden en degenen die nog doorvochten op een magnifieke wijze. Zij waren de laatsten van weinigen.
   
(...) Om twee minuten over tien klommen we uit onze loopgraven onder een oorverdovend bombardement - voor een groot deel uit onze eigen kanonnen en stelden ons achter elkaar op. Daar de vijand aan alle kanten om ons heen lag, moesten we door zijn linies om de Rijn te bereiken.
   
(...) We lagen languit in de modder en in de regen en bleven zo twee uur liggen tot de schildwacht aan de andere zijde van de heg ons waarschuwde, dat we moesten komen om overgezet te worden. Nu begonnen mortieren te vuren en ik zat in angst voor de jongens die al over de dijk waren. Ik vermoedde dat ze het niet prettig zou­den hebben. Na wat een nachtmerrie van een eeuw scheen te zijn, was het onze beurt en we gleden door een soort van modderpoel. Flauwtjes konden we een stormboot met een buitenboordmotor onderscheiden. Verscheidene van deze boten waren aan­gevoerd door een veldcompagnie van de genie. Een of twee waren er reeds buiten ge­vecht gesteld. Wij waadden de Rijn in - het water kwam tot aan mijn heupen - deed er niet toe, ik was toch al doornat - dat was ik al dagenlang. En van de boeg sprak een stem, die me als muziek in de oren klonk: “We moeten opschieten, jongens, het is niet gezond hier.”
 
Het was een Canadese stem en de mannen waren van de Canadese genie. Wij hielpen de boot van de kant af te duwen in de snelle stroom en met ons hoofd tussen onze knieën wachtten we tot de boot op de andere oever zou stoten - of wat daarvóór zou komen... Er kwam niets. We klauterden eruit en gingen over de dijk. We lieten ons aan de andere kant op onze rug naar beneden glijden en bagger­den toen vier en een halve mijl door de modder, terwijl ik dacht: “Gossie, ik leef nog, hoe bestaat het!” In een schuur kregen we een goddelijke kop hete thee met rum erin en een deken over onze schouders - toen liepen we weer door - de hele nacht. Bij het aanbreken van de dag kwamen we bij een kamp in de buurt van Nijmegen en daar werden we in vrachtauto’s geladen en zo bereikten we Nijmegen. En zo ontsnapten de laatsten van de weinigen, om in een volgende slag weer mee te kunnen vechten.”

Picture
Stanley Maxted in 1944, tijdens de Slag om Arnhem in een loopgraaf met zijn ‘portable recorder’ naast hem.
​
​Als je de foto in de loopgraaf vergelijkt met die in het begin van dit verhaal, is het nauwelijks te geloven dat ze slechts een jaar na elkaar genomen werden. Het portret dateert van augustus 1943. De actiefoto werd genomen enkele dagen na het begin van de Slag om Arnhem, een jaar later. Om gedekt te zijn tegen vijandelijk vuur heeft de Canadese BBC-reporter Stanley Maxted zich genesteld in een loopgraaf bij Arnhem, zijn ‘portable recorder’ (zie ook de toelichting bij het deel over 1936) binnen handbereik. Angstaanjagende dagen en nachten hebben de lijnen op zijn gezicht scherp gete­kend. Hoewel hij de uitputting nabij is, doet hij zijn werk en vertelt de mensen thuis wat zich daar bij Arnhem afspeelt. “Hallo BBC in London. This is Stanley Maxted of the First Airborne Division near Arhem.”
 
Tekstfragmenten afkomstig van zijn relaas in het boek “De beslissende slag”, een uitgave van Oxford University Press - London-New York-Toronto